top of page

Perfectie is voor heel weinig mensen weggelegd! En bovendien doodsaai...


Daar waar goeroes en hulpverleners zeggen dat lapjeswerk schadelijk is, is het ongelofelijk goed en herstellend voor kunstenaars en globetrotters. Er moet zoveel mogelijk gescheurd, geplakt en aan elkaar geknutseld worden. Hoe ongelijker en zotter de onderlinge delen, hoe mooier en kleurrijker het geheel of eindresultaat. En beide mensen zijn nodig. Mensen die een kleed weven uit één mooi stuk of geheel voor de perfecte rust en mensen die als kunstzinnige zigeuners alles aan elkaar zetten wat tot de verbeelding spreekt en net zo goed alles weer uit elkaar halen omdat er iets nieuws nodig is. Dus imperfectie is de levensadem voor een heel groot deel van de mensheid. En de media, reclamewereld, de werkende wereld, ouders en opvoeders en maatschappelijke normen en waarden dreigen dat steeds weer te vergeten. Ik ben zo iemand. Ik heb ooit met een gedrevenheid en lust weken, zelfs maandenlang geklust in een nieuw huis, net als vele, vele anderen. Waarom? Om het helemaal ‘perfect mijn smaak’ te krijgen, ik gruwel er nu nog van, ben nog nooit zo snel op mijn eigen smaak uitgekeken geraakt als toen. Maar wat ontdekte ik toen het klaar was en helemaal mijn smaak? Ik kon geen rust vinden, ik had het idee dat ik steeds moest waken en opletten en schoonmaken om mijn perfecte smaak in stand te houden. Mijn droomhuis werd een kleine nachtmerrie. Ik kon er uren naar kijken, dat wel, maar leven en knutselen en rommel maken tot je scheel ziet: dat lukte niet goed meer zelfs al probeerde ik het met huid en haar. Ik heb in een klein houten huisje in Noordlaren gewoond waarvan Fakteh altijd gekscherend zei: ‘Mijn stiefmoeder (zo noemt hij mij nog altijd) woont in een houten fietsenschuur’. Maar zowel hij als ik zijn daar eindeloos gelukkig geweest. Het was imperfect, simpel, eenvoudig, ik had er oude vreemde, niet eens leuke hippe meubelen staan. Wel natuurlijk gepimpt met mijn eigen unieke, uitbundige stijl. Maar er werd geleefd, geademd, gestoeid, gehuild en gelachen. Ik was niet bang dat de hond de bank of de vloer zou aantasten. En er was voldoende ruimte voor lapjeswerk van welke soort dan ook! In zo’n huis woon ik nu na vele omzwervingen opnieuw: de vloeren zijn lelijk, de muren ook, de deuren in een net totaal foute kleur blauw geverfd en de afdruk van de boze hand van Fakteh die die dag gefrustreerd was ergens over, staat nog in de deur geëtst. Maar het leeft hier. Het is een soort magisch museum, een kunstgalerie, een werk- en knutselplaats en schuilplaats in één. Het is een mix van lelijk, onaf, prachtig, mooie spullen, kunst, lelijke vloeren, veel Pippa-achtige kleuren en geïsoleerde muren. Er gebeurt iets raars wanneer je een materiële of maatschappelijke droom vervult: het valt al uit elkaar voor het goed en wel stevig staat, in vele gevallen. Er zijn serieus mensen die heel geschikt zijn voor perfecte partners, perfecte kinderen, perfecte auto’s, perfecte huizen, perfecte smaak en perfecte lijven. Mijn broer is zo iemand. Hij floreert in die wereld en dan echt (niet net alsof), het past hem als een goed zittend pak. Maar ik heb ontdekt dat de meeste mensen vreemd genoeg dood gaan in hun droomhuis, dat hun ziel en vuur er stiekem van doorgaan in een droomhuwelijk en dat hun plaatjes van kinderen hun dag of humeur vergallen met teveel geschreeuw. Ik denk altijd maar zo: teveel je eigen perfecte smaak, alles precies in jouw stijl, alles precies volgens jouw droom, dat is echt voor heel weinig mensen weggelegd. Het ‘gewone’ volk wordt na verloop van tijd gillend gek van zijn eigen perfecte smaak. Om te groeien en te bloeien, om tot kunst en inspiratie, wilde seks, intense stilte en luidruchtig dansen te komen hebben we blubberbuikjes en kale schedels nodig, wiebelende billen of borsten die weten wat bewegen is, lelijke muren en vloeren die vies mogen worden. Om tot leven te komen hebben we vele verschillende, ongelijke, kleurrijke lapjes nodig om aan elkaar te naaien. Juist de onaffe zaken maken je creatief.

De oude leermeesters van weleer zeiden: ‘Wees heel, heel alert als je je bedachte droombeeld nadert, of het nu je leven, je gezin, je relatie, je lijf, je werk of je kinderen betreft. Bouw ruimte in voor het onaffe, het lelijke, het te kleine, het ‘niet jouw smaak’, het onverwachte, het donkere. Als er geen ruimte voor de tegenpool is vrijgemaakt, kruipt ze vaak stiekem naar binnen via de achterdeur of via een onmogelijke hond of onopvoedbaar kind dat chaos komt creëren en dat maakt soms meer kapot dan je lief is.’ Wees voorzichtig als je eindelijk in je droomhuis met je droomman en droomkind woont, want voor je het weet is niet alleen je vuur (je verlangen) maar ook je ziel er vandoor om stiekem een vuurtje te stoken in een ouwe schuur met een imperfecte man of vrouw en een zwerfhond. Zorg voor imperfectie: lijfelijk, materieel, geestelijk, persoonlijk, relationeel, en wat al niet meer. Het doet de kunstenaar tot leven komen! Er zijn maar weinig mensen bestand tegen droomhuizen en droomhuwelijken. Zo is dat nu eenmaal…

Column

Recente berichten
bottom of page